Begrippenlijst

Zijn niet alle gebruikte termen duidelijk? Hieronder vind je een korte uitleg.

BIG staat voor ‘Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg’. De Wet beschermt patiënten tegen onzorgvuldig en ondeskundig handelen door zorgverleners.

Een kunstgebit met drukknopjes heeft een patrix (bolletje) en een matrix (holletje). De patrix zit vast aan het opzetstukje wat op het implantaat wordt vastgezet. De matrix zit vast in het kunstgebit.
Een tandheelkundig implantaat is een kleine metalen schroef. Deze schroef bestaat uit lichaamsvriendelijk titanium en neemt de functie van de tandwortel over. Het implantaat wordt in het bot geplaatst. Het kaakbot groeit vast in het oppervlak van het implantaat waardoor het implantaat stevig verankerd wordt. Op een implantaat kan vervolgens een kroon, brug of prothese worden geplaatst.
Een tandheelkundig implantaat is een kleine metalen schroef. Deze schroef bestaat uit lichaamsvriendelijk titanium en neemt de functie van de tandwortel over. Het implantaat wordt in het bot geplaatst. Het kaakbot groeit vast in het oppervlak van het implantaat waardoor het implantaat stevig verankerd wordt. Op een implantaat kan vervolgens een kroon, brug of prothese worden geplaatst.
Een overkappingsprothese of klikgebit is een prothese die over de wortels van uw tanden of kiezen wordt geplaatst. In tegenstelling tot een gewoon kunstgebit hoeven voor een overkappingsprothese dus niet al uw tanden en kiezen getrokken te worden
Een methode waarbij implantaten met elkaar worden verbonden.
Een zachte laag aan de binnenzijde van een kunstgebit.

Op zoek naar informatie?